Blog van Ingvild Harkes.
Vanochtend ging om 5 uur de wekker. Een half uur laten zitten we in onze onderpakken aan het ontbijt. We gaan vroeg duiken op de kentering (periode tussen eb en vloed). Dat is het beste moment om te water te gaan, want stroming wil je zoveel mogelijk vermijden. Dus ik loop het dek op naar het punt waar mijn duikuitrusting staat. Nu dacht ik al dat ik veel spullen had, maar daar komen nog een extra set vuurpijlen en een handfakkel bij. Hiermee kun je noodsignalen op zee geven mocht je toch afdrijven. Met de hele duikset hangt er zo’n 40 kg op mijn rug. Daarmee schuifel ik naar de zijkant van de boot en als het signaal gegeven wordt, spring ik drie meter naar beneden de zee in. Dan zwem ik naar de boei en vervolgens naar beneden. Nu wordt het pas écht interessant.
Oog in oog met een enorme kabeljauw
We duiken op een wrak dat de Vaderdag heet. Het ligt een beetje uit elkaar en de stukken schip steken uit het zand. Het is begroeid met prachtige zeeanemonen en er zwemmen scholen steenbolken en kleine kabeljauwen. Ik kijk in een gat en opeens komt er een enorme vissenkop tevoorschijn. Een volwassen kabeljauw! Ik heb vaak gelezen hoe groot een volgroeide kabeljauw is, maar ik heb er nog nooit één zo dichtbij gezien. Als ik mijn lamp in het gat schijn, zie ik er nog veel meer. Vissen van bijna een meter groot. Zouden ze zich in het schip verschuilen voor mensen? Het zou me niet verbazen, want om het schip heen en eraan vast zitten visnetten en er hangt veel kunstaas met lood. Mijn duikmaten gaan druk aan het snijden om de netten los te maken en in postzakken te stoppen waarna ze naar boven gehaald worden. Ook wordt het lood verzameld. Na een rondje om het wrak is het tijd om naar boven te gaan.
Via de ankerlijn stijgen we op. Heel langzaam en met een veiligheidsstop op 6 meter. Bij de boei aangekomen, komt de speedboot aangesneld. Erachter hangt een vlot waaraan je je vast moet grijpen. Hiermee word je naar het schip gebracht waar je opgetakeld wordt. Dit klinkt allemaal heel simpel, maar het is best pittig. Op een glibberig vlot met een volle uitrusting met volle kracht door de golven gesleurd worden is niet wat ik op mijn netvlies had. Dit Noordzeeduiken is niet voor watjes!
Aan boord worden de netten uitgeplozen en zoveel mogelijk van wat nog leeft wordt weer overboord gezet. Dit zijn meestal kleine krabbetjes, slakjes en zeesterren. Het lood verdwijnt in een grote bak. De biologen nemen hun monsters mee en ik ga me omkleden en naar binnen voor het échte ontbijt.
Letterlijk loodzwaar
Na een dutje is het tijd voor de volgende duik. Deze is op het wrak de Eben Haezer. Dit is een heel ander wrak want het is nog bijna volledig in takt. Het is helemaal begroeid met anemonen en ook hier zwemmen weer veel steenbolken rond. Maar dat is niet wat het meeste opvalt. Wat onze ogen trekt zijn de hopen lood die op het dek liggen. Ook zitten er grote dikke netten in het wrak. Ik vraag me af hoe de duikers van Stichting Duik de Noordzee Schoon deze denken te gaan bergen. Maar het ziet ernaar uit dat ze zich vooral bezighouden met het verzamelen van lood. Eenmaal weer boven is het een grote operatie: het lood zit in postzakken met hefballonnen eraan om het via het touw naar boven te halen. Er hangt nu echter zoveel aan het touw, dat er met man en macht getrokken moet worden om het boven te krijgen. Eén postzak was blijkbaar zo zwaar dat alleen de rand nog aan de ballon hangt. Het lood ligt dus weer op de zeebodem. In totaal wordt er op deze duik alleen al bijna 200kg lood omhoog gehaald. Een record! Maar niet één waar je vrolijk van wordt. Ook dit duidt op veel bevissing en het is niet zo gek dat hier geen grote kabeljauw meer te zien is. Zouden (sport-)vissers zich realiseren dat de wrakken in de Noordzee misschien wel de laatste volwassen kabeljauwen herbergen….?