We zitten op zee. Rollen en stampen, het is vasthouden bij elke stap. De briefing, in de grote leefruimte, is niet bij iedereen goed gevallen. Een paar expeditieleden vertrokken nogal wit naar boven, even een frisse neus halen. Het was een klus om alles in Scheveningen aan boord te krijgen. Meer dan
twintig zuurstofflessen en twaalf heliumflessen. Kapitein Pim heeft er speciaal een vrachtwagentje voor laten komen met een kraan. Verder tientallen dubbelsets en stages, dikke scooters, stapels kisten en een hele winkel aan reserveduikmateriaal. Twee extra compressoren zijn aan boord getild, want het gaat niet gebeuren dat er door een mankementje aan de grote compressor niet gevuld kan worden.
Die enorme lading staat nu vastgesjord. Bootsman Gabby heeft met de expeditieleden een rondje over de Cdt. Fourcault gemaakt: waar liggen de
reddingsmiddelen, waar is de nooduitgang en wat moeten we doen als er iets mis gaat.
Inmiddels loopt iedereen in hagelnieuwe expeditiekleding: een lekkere warme muts, een hoodie en het nieuwe expeditie shirt. Op de voorkant staat stuntman Frankie, de vorig jaar liet zien dat hij heel goed en heel lang aan een helikopter kan hangen. Jammer genoeg is hij er dit keer niet bij. De nieuwe namen hebben we inmiddels allemaal op een rij: bemanningsleden Steven, Wim en Leo, bioloog Reindert, supportduikers Bas, Pim en Ivar en twee jonge onderzoekers, Nils en Lars. Voor de rest zijn het allemaal oude bekenden.
Nils en Lars duiken niet, maar ze kunnen wél filmen. En daar is vooral filmster Klaudie erg blij mee. Vorig jaar maakte ze zich zorgen dat ze mooie momenten zou missen. Dat ze nog onder water zou zijn, als er iets geks aan boord gebeurt.
Dat probleem is dus getackeld. En we hebben ook al weer een thema voor deze trip. Iedereen moet er nog een beetje aan wennen, het oude thema van vorig jaar zit er nog goed ingebakken. Biologen versus wrakduikers, was het toen: twee kampen aan boord. Maar tijdens Expeditie Doggersbank 2012 gaat het over Kilo’s en Potjes. Hoe dat zit, daar komen jullie nog wel achter.
Annet van Aarsen