Maandagochtend vroeg gingen we op de Gressholm duiken. Een klein vrachtschip dat ergens in de jaren twintig van de vorige eeuw is gezonken. Maar terwijl bijna iedereen de avond ervoor al in bed lag, hakte Harold samen met de kapitein een moeilijke knoop door: geen wrak te vinden, de duikers moesten maar een keer op het zand. Zo stoomde de Cdt. Fourcault op naar een ondiepte van dertig meter op de Klaverbank.
Het gebeurt wel vaker hier aan boord. Dan word je wakker en blijken de plannen ineens weer veranderd. De omstandigheden zitten tot nu toe helemaal niet mee: het gemiddelde aantal duiken per dag is de eerste dagen slechts één.
De meeste mensen aan boord duiken liever op een wrak, maar vanwege het slechte weer grijpen we elke mogelijkheid aan om te water te gaan. Wouter liet nog even zijn camera op de bodem zakken voor een preview en toen bleek dat er een mooie grindbodem op ons lag te wachten, stond er al snel een rijtje duikers op het dek te wachten tot ze het water in mochten. Een prachtige duik bij golven van een meter of drie, met veel dodemansduim en een grote verscheidenheid aan naaktslakken.
We zouden, nadat iedereen weer aan boord was, een klein stukje varen naar de Stanislaw Dubois, een carbidschip dat na een aanvaring geen haven meer in mocht en uiteindelijk in een diepe geul in de Noordzee tot zinken werd gebracht. Maar de wind nam nog meer toe. En zo waren we ineens een heel stuk aan het varen. Geen duiken meer vandaag, we grijpen het slechte weer aan om in één klap naar het noordelijkste puntje van de Doggersbank te varen.
Op dat traject gebeurde het dus: mijn eerste keer. Het ene moment lag ik in de gemeenschappelijke ruimte op de kingsize bank te loungen – niet de allerbeste plek bij woelig weer, het leek wel een kermisattractie in slow motion – het volgende moment kreeg ik het spaans benauwd en stond ik buiten naar mijn eigen brokken te kijken die over de railing verdwenen. Zeeziek! Voor het eerst!Een kwartiertje later voelde ik me een stuk beter. En zat ik weer binnen aan de lunch – gemarineerde zalm – over mijn brokjes te vertellen. Jij bent niet zeeziek, zei Klaas. Hou even op met die vieze praatjes, zei Wouter.
Vanaf nu wordt alles beter. Er is een hoge druk gebied in aantocht en we verwachten windstil weer, een lekker zonnetje en een temperatuur van 28 graden. Het duiken kan beginnen. We liggen voor anker op de Doggersbank, vlak naast het wrakje van de Jeanette Kristine. Dat is de plek waar de biologen vorig jaar hun meeste nieuwe soorten scoorden voor Nederlandse soortenlijst. En niemand is meer zeeziek.
Annet van Aarsen