Blog van Floor Driessen.
Het is 20:15. De hele groep verdwijnt verzadigd van tafel na een flinke suikerbom aan chocola die we als toetje toe gekregen hebben. Een aantal mensen duikt achter hun laptop aan tafel, of op de bank bij het grote scherm. Daarop kunnen we nu live meekijken naar wat er op de zeebodem van de Borkumse stenen gebeurd, want we hebben na aankomst op huidige bestemming de ‘dropcam’ laten zakken die ik van Bureau Waardenburg heb meegebracht.
Het ziet er meer dan aantrekkelijk uit: ondanks dat we geen stenen zien, is overduidelijk dat dit een rijk gebied is wat betreft biodiversiteit.
Nog één poging doe ik, op mijn manier: “Ben, gaan we nog duiken?!”. Met een brede grijns knijp ik Ben in zijn schouder en stuiter ik door de woonkamer. Vanmiddag heb ik de mogelijkheid tot een nachtduik toevallig opgevangen en daar heb ik me de rest van de dag dus op verheugd. Nachtduiken staat bij mij op 1: Een heel ander systeem lijkt dan onderwater actief te zijn. Nachtjagers, waaronder de dwerginktvis (Sepiola), komen uit het zand naar boven en ook is er ineens een grote hoeveelheid aan krioelende geleedpotigen en pelagisch reflecterend leven aanwezig. “Nou!?, als je Pim nou even heel lief aankijkt…”. Ben loopt kapitein Pim voorbij en verdwijnt uit beeld. Nog voordat ik hoef na te denken over hoe ik lief moet kijken, antwoord Pim: “Ja hoor, spring er maar in”. Even twijfel ik of dit grappig moet zijn, of dat ik binnen een uur met eigen ogen mag zien, wat er op het grote scherm al wordt geprojecteerd.
Ik haast me naar Klaudie, waarmee ik sinds vanmiddag al een beetje voorpret heb ontwikkeld. Ze kijkt me vol ongeloof maar stralend aan, want ook zij ziet het wel zitten om er nog even in te springen en als een macro-malloot op jacht te gaan. Ik ga op zoek naar bemanning die ons stand-by wil staan met een zodiac, mochten we afdrijven. Maar… machinist Jan ligt ondersteboven met een hoofdlamp op de bodem van de zodiac. Hij heeft een waterpomptang in zijn hand en er liggen her en der technische onderdelen die je normaal niet behoort te zien. Zijn andere arm is ergens onder de stuurkap verdwenen. Robertino, die verantwoordelijk is voor het vullen van de flessen en voor vandaag eindelijk klaar was, is niet blij met ons voorstel. Na zijn reactie zie ik Klaudie langzaam afstand nemen van ons plan: Onze flessen moeten na de duik weer gevuld worden, het wordt laat en er moeten haar insziens veel mensen werken voor een ‘funduikje’ voor ons. Ik voel een stampvoetend gevoel van weerstand opkomen en overtuig haar met haar eigen enthousiasme dat de Borkumse Stenen bij nacht… Ik knipoog nog even na ‘dat we hier nu toch zijn’, en ja hoor: om 21:15 springen Martijn, Klau en ik als enigen overboord. We dalen af aan een lijn die een emmer beton met de Cdt. Fourcault verbind. Op de bodem klikt Martijn zijn reel aan de emmer en we zijn zo vrij als de lengte van de reel. De bodem blijkt een rif gevormd door schelpkokerwormen waarin veel leven schuilplaats vindt. Jonge roodsprietgarnaaltjes, vijfdradige meunen en zelfs een adderzeenaald vullen de club van drie aan: Sepia, Sepiola én pijlinktvis in één duik: we hebben wat af lopen ‘high fiven’!
Meer dan twintig wijde mantels, elke 5 minuten een koppeltje rode mullen of een harnasmannetje: het is heerlijk! Op een gegeven moment houd het feestje even op. We worden geconfronteerd met menselijke activiteit: brede vegen bodem zijn volledig kaalgeschraapt. Visserij- of ankerlittekens. De beweging van een platvisje, trekt mijn aandacht, maar het rif is weggeslagen. Ik doe mijn best om het met de GoPro op mijn helm duidelijk vast te leggen en zwem achter mijn buddies aan. Jammer dat bodemberoering in dit bijzondere gebied aanwezig is. Ik zie op mijn computer de nultijd dichterbij komen. Een lampsignaal van Klaudie roept me. “We gaan omhoog”, wijst ze me. Ik antwoord “Nee”, en krijg de slappe lach terug. Het was een spectaculair uurtje onderwater en het bovenkomen onder een sterrenhemel maakte het helemaal compleet.