Terugkijkend op expeditie “Boven de Wadden” zijn er vele momenten die ik mij zal blijven herinneren. De duiken op de wrakken waren geweldig en we hebben goede resultaten kunnen boeken al gooide het weer wel regelmatig roet in het eten. De veerkracht binnen het team is noemenswaardig gebleken. We lieten ons niet uit het veld slaan wanneer er niet gedoken kon worden, maar we maakten van de nood een deugd door onder andere de kustlijnen schoon te maken en “het” verhaal naar buiten te brengen. De eensgezindheid en verbroedering welke in dit team bestaat zijn ondanks de anderhalve meter afstand tot elkaar en de mondkapjes in deze tijden van corona weer sterker geworden.
De eerste dagen van deze bijzondere expeditie is de zee spiegelglad en de lucht strak blauw, maar toen verscheen de hier gevreesde “N” in de windrichting op de diverse voorspellende weer-apps welke altijd nauwlettend in de gaten worden gehouden. Er werd gezocht naar de app met de voor ons meest gunstige voorspelling, maar zelfs dit mocht niet baten. De golven werden opgestuwd door de wind en de vlaggen die in de haven van Lauwersoog de laatste dagen een beetje futloos langs de mast hadden gehangen, wapperden en klapperden deze vroege ochtend nu horizontaal tegen een grijsgrauwe lucht. De conclusie was duidelijk. De komende twee dagen was het voor ons niet mogelijk om veilig te kunnen duiken.
Ik besluit een dag te gaan fietsen en rommel te gaan opruimen met Ben en André op Schiermonnikoog. Ik ben ook zeer benieuwd hoe het er hier nu uitziet anderhalf jaar na de containerramp. Na de overtocht met de veerboot springen we op de fiets en duurt het niet lang voor we het strand bereiken aan de westkant van Schier of ’t Ailand zoals het door de Groningers wordt genoemd. Ondanks dat ik niet ver van dit eiland af woon ben ik hier slechts 1x eerder geweest. Dit was begin januari 2019. De stranden lagen vol met spullen welke verloren waren gegaan uit de containers van de MSC Zoe. Spullen welke we allemaal kennen vanuit het dagelijks gebruik of vanuit de overvloed waarmee we ons geluk willen meten. De gevoelstemperatuur lag hier toen beneden nul en kon je verkleumen, ware het niet dat de gezamenlijke missie tot het opruimen van de stranden door een veelheid aan mensen uit alle windstreken je hart verwarmde. Het contrast tussen toen-en-nu kon echter niet groter zijn. Ik loop hier nu heerlijk in de zon over een eindeloos leeg strand in korte broek. Ik knijp mijn ogen dicht tegen de felle zon die weerkaatst op het prachtige witgele zand en trek mijn petje verder over mijn ogen terwijl ik de afstand tot de branding probeer in te schatten. We vinden op deze tocht geen rommel of plastic afval. Hier lijkt het door mensen veroorzaakte probleem nu even opgelost. Nu is hier tijd en ruimte voor een gesprek en kunnen we onze ruggen rechten. De immer kritische en bevlogen natuurbeschermer Ben Stiefelhagen vuurt vele vragen op mij af. Van natuurbescherming, wereldvrede, vluchtelingen-problematieken en overbevolking tot de menselijke drive om andere planeten te ontdekken. Zijn vragen-kanonnade overspoelt mij als plotseling opkomende golven op een zee welke tot voor kort spiegelglad leek. Ik hakkel en stotter er een paar keer wat onsamenhangende (ant)woorden uit terwijl mijn hoofd begint te tollen. Ik kom tot het besef dat ik eigenlijk ook alleen maar vragen heb en geen antwoorden op dit soort grote wereldvragen. We willen allemaal graag pasklare oplossingen waar we allemaal achter kunnen staan en mee aan de slag kunnen. De huidige wereld kenmerkt zich echter door een grote complexiteit, tegenstrijdigheid en (te) grote belangen welke telkens weer haaks op elkaar lijken te staan. Dit is wellicht de rode draad in natuurbescherming en in de expedities van Duik de Noordzee Schoon. Het belangrijkste voor ons is wellicht om vragen te stellen en het blijven aanzetten tot nadenken over hoe wij beter met onze wereld kunnen omgaan. We moeten ons niet gewonnen geven wanneer het (weer) even tegen zit. Het boven water halen en zichtbaar maken van de problemen die zich bevinden onder de golven waarover ik uitkijk, wanneer ik na onze wandeltocht over het strand de branding heb bereikt. Veel van de spullen van de containerramp liggen nog verborgen onder deze golven. Vaak vast in het zand om op een later moment weer vrij in zee te komen. Tijdens de duiken van de afgelopen dagen hebben we veel spullen uit de scheepswrakken kunnen halen, maar het is eigenlijk slechts een fractie van de naar schatting 800.000 kg welke nog niet is geborgen. Hoeveel duiken moeten er nog gemaakt worden om dit uit zee te krijgen? Gezien de moeite dat het kost om spullen uit de Noordzeebodem te graven of uit de wrakken te halen, kan ik wel concluderen dat we deze containerramp nooit helemaal kunnen oplossen en dat het grootste gedeelte zich zal gaan bijmengen als een bitter ingrediënt in de plastic soep.
Op de terugweg vinden we een tweetal flessen op een zandrug midden op het strand welke bij eb vrij is komen te liggen. Vanaf een afstandje zien we dat er in elk van de flessen een brief zit. “Flessenpost!” roep ik naar mijn twee metgezellen, die ook mijn richting op komen lopen. Ik bedenk me wat ik hoop dat er op deze brieven zal staan. Wat als in elk van de twee flessen een antwoord zal zitten ter oplossing van één van de grote wereldvragen? Welke van deze grote vragen zal ik het liefst opgelost zien? Zelfs hierop weet ik het antwoord niet…
We besluiten gezamenlijk deze twee flessen te laten liggen voor een volgende vinder. Welke vragen zou jij hierin het liefst beantwoord zien?
Wouter Mennen