Vandaag begint de dag rond 7 uur. Ik maak de eerste duik met Robertino op een wrak wat Frank het ‘Zoute Drok’ noemt. Beneden gekomen zwemmen we langs een deel van de uitgelegde lijn. Het schiet me te binnen hoeveel je onderwater, veel meer dan in ons gemaakte bovenwater wereldje, geconfronteerd wordt met de dood en diens aaseters. Overal liggen krabben of schalen daarvan op hun kop, die weer als voedsel dienen voor anderen. Na een korte scan komen we een ‘projectje’ tegen. We ruimen wat netten op en zien de volgende al hangen. Een combinatie van wat staand want en sleepnet. Echter levert de minste poging iets te snijden ongelooflijk veel stof op. Het hielp ook niet dat Erik en Eddy 4 meter bovenstrooms bezig waren met snijden.
Na een minuut of 12 geven we het tijdelijk op en gaan verderop kijken, zodat het stof wat kan dalen. Terwijl we met een volgend net bezig waren keek ik terug en zag dat andere buddies verder zijn gegaan waar wij begonnen waren. Gelukkig maar, iets achterlaten waar je aan begonnen bent is erg lastig. De duiktijd is nou eenmaal beperkt, dus de kostbare tijd die er is wil je graag goed besteden. Over tijd gesproken, het besef van dag was al een tijdje weg, maar nu op dag 6 heb ik ook geen flauw idee meer of het nu ochtend, middag of avond is. Het enige wat telt is duiktijd of rusttijd.
De tweede duik maak ik met Erik. We duiken weer op een onbekend wrak. Wat me meteen opvalt bij de ‘landing’ is de enorme hoeveelheid mosselen op de bodem, en dus, zeesterren! Daarnaast zijn er ook best veel Noordzeekrabben te vinden en lopen de nodige kreeften rond. Gedurende de duik valt het me op dat het lijkt of we in een stilleven duiken. Heeft er iemand ‘freeze!’ geroepen? De Noordzeekrabben, echte goedzakken vind ik dat altijd, zitten vrijwel doodstil. Sommigen hebben met hun scharen mosselen vast, maar eten zie je ze niet. Anderen zitten rustig met hun versierde schild met zeeanjelieren, zeepokken en zeesterren. Gewone zeesterren zijn ook al niet de snelste, maar dat is ook niet hun tactiek. Er spelen waarschijnlijk honderden wedstrijdjes mosseltrekken onder ons af. Ik vermoed overigens dat de dieren óns vooral aanstaren! En geef ze eens ongelijk, waarschijnlijk hebben ze nog nooit eerder die rare bellenblazende wezens gezien.
Erik en ik zwemmen beide reels af, ze liggen zo goed als in een cirkel. Onderweg wijzen we Klaudie op een paar mooie kreeften, die liepen tussen de warrelnetten en zwarte rubberen banden. Na het scan rondje zie ik een project met wat staand want en iets wat lijkt op een soort stoffen riem. Ik cirkel met mijn lamp op dit afval en Erik doet mij na, een simpele methode om te bevestigen ‘Ja, laten we ons hier eens op storten.’ We verkeken ons erop hoe vast dit zat. Gelukkig stroomde het een klein beetje zodat het stof vertrok. Uiteindelijk hebben we het bijna helemaal opgeruimd gekregen en zwemmen we door. Iets verderop trek ik hier en daar nog aan een stuk net. Te vast… teveel stof… te weinig tijd…niet meer aan beginnen… een los stuk zwart plastic pik ik nog mee en stop het in de postzak. Zak goed sluiten, ophangen en stijgen maar. Tijdens de veiligheidsstop spot Erik een paartje fluwelen zwemkrabben tussen de wing en flessen van Klaudie. Ze zitten daar (het mannetje het vrouwtje beschermend) alsof het de normaalste plek van de wereld was, maar Erik heeft ze toch de wijde zee weer aangewezen voordat ze meegenomen zouden worden in de lift. Eenmaal boven gekomen hoor ik de enthousiaste verhalen van duikers over die enorme schroef van 4.5 meter groot aan het einde van de reels. Uhm… welke schroef? Ach, ze begrijpen me wel, ik kijk nou eenmaal met een íets andere blik naar wrakken, of eigenlijk… de beestjes op en bij de wrakken. Nu het einde van de expeditie nadert neemt het aantal bigbags met afval op het voordek snel toe. We weten dat het maar een fractie is van wat er onder water ligt, maar de zee is in ieder geval weer een stukje schoner geworden! Op naar de avondduik.
Renate Olie