Trots. Dit is het eerste woord dat bij mij opkomt bij het schrijven van dit blog. Deze trots heeft alles te maken met de reden waarom ik momenteel aan boord sta van de Cdt. Fourcault met alle expeditieleden van Duik de Noordzee Schoon. De plek waar wij stilliggen is inmiddels bekend terrein voor mij. Ruim een jaar geleden dreef ik op exact hetzelfde stukje Noordzee met een missie: het aanleggen van een oesterbank op de Borkumse Stenen.

Vroeger was wel één vijfde van de Noordzee bedekt met schelpdierbanken, maar deze zijn aan het einde van de 19e eeuw bijna helemaal verdwenen door overexploitatie, ziekten en koude winters. Dat is enorm zonde. Want deze riffen bieden een plek waar de onderwater natuur floreert en zijn cruciaal voor een gezonde en rijke Noordzee. Om deze reden werken het Wereld Natuur Fonds en ARK Natuurontwikkeling aan het actief terugbrengen van deze riffen van de Noordzee.

Ik vind het bijzonder om nu weer hier te staan: de plek waar het in 2015 allemaal begon. Het was hier tijdens eenzelfde expeditie naar de Borkumse Stenen waar collega Emilie Reuchlin en Wouter Lengkeek van Bureau Waardenburg eigenhandig een enorme platte oester naar boven toverden. Het idee was geboren: wat nu als we actief oesterbanken terug brengen in de Noordzee? Niet enkel ecologisch waardevolle gebieden beschermen, maar actief natuur terugbrengen en zo werken aan een gezonde en veerkrachtige Noordzee.

Leuk idee, maar hoe breng je iets terug wat verdwenen is? Het vinden van een antwoord op deze vraag heeft ons en een heel scala aan experts goed bezig gehouden de afgelopen drie jaar. Eerste stap was het vinden van een locatie en heel veel platte oesters. Deze oesters werden gevonden in Noorwegen en de locatie bevindt zich op dit moment 25 meter onder mijn voeten. En zo geschiedde het dat op 25 mei 2018 op exact deze plek 80.000 oesters, 4 onderzoekskooien en 9 3D geprinte rifstructuren overboord gingen. Van idee naar realiteit: de aanleg van een Noordzee oesterbank was een feit!

Vanaf het schip staar ik inmiddels naar een prachtige zonsondergang. In de verte dobberen twee enorme boeien waarop de letters “WNF” duidelijk zichtbaar zijn. Deze boeien markeren de randen van het oesterrif. Hoe rustig deze boeien op en neer deinen, zo nerveus ben ik. Een oesterbank aanleggen is één ding, maar leven de oesters nog dik een jaar later? Ik ben sceptisch.. het is zo veel water, zo veel stroming.. De duikers die hier van boord springen, veranderen in nietige speldenknopjes als ze eenmaal in zee drijven. Hoe kan een oester hier nu tegenop gewassen zijn? En dan durf ik nog niet eens te denken aan de MSC Zoë containerramp die begin dit jaar plaatsvond. Één van de containers belandde op een kilometer afstand van de oesterbank. Wat nu als de oesters bedolven liggen onder roze jassen, voeten-was-badjes en auto onderdelen?

De stem van expeditie leider Ben schalt over het dek en verlost mij van mijn gepieker: “beroepsduikers klaar?” Daar staan ze: een team goed getrainde beroepsduikers van Bureau Waardenburg. Ze zien er indrukwekkend uit: volgelaatsmaskers op en op elke vrije centimeter bungelt er onderzoeksapparatuur. Over enkele seconden dalen deze duikers volgens een strak gecoördineerd plan af in de donkere golven waar zij voor het eerst op het oesterrif zullen duiken om onderzoeksresultaten boven water te halen. Over een uur weet ik of de oesters nog leven en zijn opgewassen tegen al deze bedreigingen op de Noordzee.

Na wat een eeuwigheid lijkt te duren stapt Wouter van boord. Zelfs onder zijn volgelaatsmasker is de grijns van oor tot oor duidelijk zichtbaar. “ze leven nog en liggen er prachtig bij!” Hij is net zo begaan met dit project als ik en met een dikke high-five vieren we dit prachtige nieuws. Wat een opluchting: De cirkel is rond, het oester rif is gezond! Althans, rif.. daar moeten we nog even op wachten. Voor nu liggen ze nog redelijk ver verspreid van elkaar. Maar dat ze er nog liggen en vrolijk klepperen is al een fantastisch resultaat.

Trots. Is nog steeds het woord wat overheerst. Trots op deze Viking oesters. Trots op dit project en alle mensen die hier aan bijdragen. Trots op het team duikers die in vol ornaat een donkere Noordzee in springen opzoek naar oesters. Trots op de vrijwilligers die elke duik weer kilo’s afval weten te bergen. Trots op het expeditie team wat als een geoliede machine aan het werk is en elke duiker weer veilig aan boord liften. Trots op al deze duikers die zo begaan zijn met onze Noordzee – het grootste natuurgebied van Nederland.
Toegift
Het is inmiddels woensdag. Vandaag liet de Noordzee zich weer eens van haar ruige kant zien. De regen klettert op de oppervlakte, de wind snijdt over het dek en witte schuimkoppen zetten de grauwe golven dik aan. Het is stevig peddelen naar de afdaallijn. Maar eenmaal beneden toont ze een zacht karakter: amper stroming, een wrak vol met leven en grote schollen vis. De Noordzee bewaart hier nog een klein toegift voor mijn buddy Harold en mij. We struinen over het wrak totdat Harold druk met zijn lamp begint te zwaaien: een platte oester op het wrak! De schelp zit stevig vast genesteld en heeft zich verstopt onder een dikke laag aangroei. Enkel de ribbel randen van de klep zijn nog zichtbaar en sluiten zich snel als wij in de buurt komen. De oester is helemaal één geworden met het ecosysteem van het wrak. Tijdens de opstijging drijft een prachtige kompaskwal op fijn gepaste afstand. Ja de Noordzee is écht een pareltje. Hopelijk waren afgelopen dagen slechts een blink van de toekomst. Een toekomst waarin de Noordzee weer een wildernis is, met oesterbanken vol leven en waarin haaien en roggen weer de baas zijn.

Brenda van Doorn-Deden