Blog van Oscar Bos
De TV staat aan en iedereen hangt op de bank te kijken. Het is niet zomaar een film, maar we kijken live naar de bodem van het Friese Front: bruingrijze modder met heel veel gaten. Slangsterren kruipen sierlijk met hun vijf armen. Een Noorse kreeft schuifelt achteruit terug in zijn hol, een inktvisje (goal!) zwemt af op het licht. Snel een dropje. Hé, een zeenaald, een dwergtong, een zwemkrab, hier en daar een slibanemoon, en dan de dreigende schaduw van een enorme Noordzeekrab. De camera hangt 42 meter lager boven de zeebodem en filmt het uitgaansleven van de bodemdieren.
Dit is typisch het Friese Front, een gebied gekenmerkt door gravende kreeftjes en een hoge biodiversiteit. Hier dwarrelt slib neer uit Engelse rivieren dat voedsel vormt voor een rijke bodemfauna. Zoek een leuke satellietfoto van de Noordzee en het valt meteen op: het water hier is vanuit de ruimte anders van kleur door het hoge slibgehalte en de hoge primaire productie. Tot nu toe was dat voor mij kennis uit tweede hand of uit de boeken. Goed nieuws: na vandaag is alles anders. Ik heb twee keer de bodem van het Friese Front aangetikt en kan bevestigen: het is er donker, modderig en diep. Vanmiddag belandden we in een stofwolk zonder zicht, op meer dan 40 meter. Geen twijfel mogelijk: de sedimentkaarten kloppen. En wat een soorten! Op het wrak als leuke vondst dodemansduim. In opgehaalde visnetten bonte mantels, porceleinkrabbetjes, spookkreeftjes en wormen. We hebben ze uitgebreid aan dek bekeken en vergeleken met de soorten uit de kustzone. En gisteravond heeft het biologenteam de bodem van het Friese Front onder ons schip bedoken. Dat zag er spectaculair uit. De scooter werd zandblazer en een tel later kwam een noordkromp tevoorschijn, een schelpdiersoort die meer dan 100 jaar oud kan worden. Ze zaten ook al in het wrak. Ondertussen op de TV komt de slangsterrenshow aan z’n eind met het optreden van een tweede Noorse kreeftje. Morgen gaan we kijken wat ze wat ze tijdens kantooruren doen.