Na weer een mooie duikdag zitten de duikers ontspannen in de kantine van de MS Tender. Klaudie laat de film van onze eerste Doggersbank expeditie 2011 zien, nu alweer 10 jaar geleden. Dit is eigenlijk een jubileum jaar dus. De film laat ook pijnlijk duidelijk zien dan ik er 10 jaar geleden wat anders uitzag, maar brengt veel mooie herinneringen terug. Net als toen, ben ik verantwoordelijk voor de tocht en duikplanning. Naar welk wrak gaan we, en hoe laat kunnen we daar duiken? Dat alles in goed overleg met expeditieleider Ben natuurlijk, die zomaar van gedachten kan veranderen en plotseling naar een andere bestemming wilt gaan. We zijn na ruim 10 jaar goed op elkaar ingespeeld, ik weet er inmiddels mee om te gaan.
Waar we in 2011 lang moesten zoeken naar wrakken door gebrekkige gegevens en apparatuur, hebben we nu een enorme database met nauwkeurige wrakposities opgebouwd en heeft de MS Tender alle moderne navigatie en sonar middelen om de wrakken tot op de meter nauwkeurig te kunnen vinden. Waar we in 2011 nog met papieren stroomatlas en getijdeboekje de kentering ruwweg inschatte, kunnen we nu met behulp van zelf ontwikkelde software het duikvenster tot op de minuut nauwkeurig berekenen. Je moet je alleen even niet in de datum vergissen want dan hangen de duikers alsnog te wapperen in gierende stroom.
Schipper Frank heeft ook vele honderden wrakposities in zijn zeekaarten staan. Hier ligt een heel mooi wrak en daar ook zegt hij regelmatig op de kaart wijzend. Ik denk dan “hoe weet hij nou dat dat een mooi wrak is, want hij duikt zelf niet?” Maar na een paar keer begrijp ik wat hij bedoelt; voor Frank is het een mooi wrak als hij er veel kabeljauw heeft gevangen. Frank neemt voornamelijk sportvissers mee op zijn boot, zijn prioriteiten zijn duidelijk anders dan van de Duik de Noordzee Schoon Duikers.
Nu we via de Duitse Waddeneilanden richting Helgoland varen duiken we op voor ons nieuwe wrakken. Er liggen wrakken genoeg om uit te kiezen. Grote schepen van meer dan honderd meter lang; de Mongabarra, Ulf en Stad Riga. Elk wrak heeft zijn historie en dramatisch einde. De Mongabarra zonk in 1960 door een aanvaring met een Engels schip. Ook de Ulf is door een aanvaring met een Engels schip gezonken, dat geeft toch wel te denken over het Engelse zeemanschap. De Stad Riga is door een bommenwerper in 1944 tot zinken gebracht, inderdaad, alweer door Engelsen. Zo is elk wrak een tijdscapsule die we in onherkenbare brokken verwrongen staal op de bodem aantreffen. Tussen de spanten en platen hebben vele kreeften en Noordzeekrabben een huis gevonden. De wrakken zijn een oase van leven, maar ook hier zijn er vele visnetten in de loop der jaren blijven haken. Ook vislijnen, plastic flessen en ander afval treffen we aan. Als Duik de Noordzee Schoon duikers hebben wij nog voor vele jaren werk te verzetten.
In 10 jaar duikexpedities is de samenstelling van de DDNZS vrijwilligers geleidelijk aan veranderd. Er zijn diverse nieuwe vrijwilligers bij gekomen en dat is mooi om te zien. Met amper 29 jaar vertegenwoordigd Rienk Zotter de jongste generatie aan boord en gaat voor het eerst mee op expeditie. Het is alsof hij al vele jaren meegaat want Rienk ontpopt zich als een veelzijdig persoon die veel verstand van techniek heeft. De compressor heeft kuren maar Rienk weet er wel raad mee. Speciaal Nitrox mengsel blenden? Geen probleem. Duikpak repareren? Komt voor elkaar. Net als zijn vader heeft hij alles in drievoud reserve bij zich en weet voor iedereen wel een reserve onderdeel uit een tasje te toveren. Hoe hebben we het al die tijd zonder Rienk kunnen redden vraagt menig expeditielid zich af.
Wat na al die jaren niet is veranderd, zijn de enthousiaste verhalen na de duik. Wat een mooi wrak! Heb je die enorme kreeften gezien? Ben je nog bij de schroef geweest? etc.
Straks maken we de tweede duik op de Stad Riga, morgen varen we verder richting Helgoland. We zitten in een ritme van eten, duiken, slapen, eten, duiken, slapen. Ik kan het zo wel even volhouden hoor. Ook na 10 jaar blijft het heel bijzonder om deel te zijn van zo’n enthousiaste groep Noordzeeduikers.
Harold Batteram