Een blog van Hein Sas
Cdt. Fourcault, 15 juni 2018
De zee is vlak, maar de Cdt. Fourcault rolt stevig. ‘Ja, zo is ze gebouwd’, zucht een der bemanningsleden, ‘slank van boeg en scherp van kiel, dan krijg je dat’. Ik heb er meer last van dan ik had verwacht. Weinig geslapen, vroeg op, nieuwe omgeving, nieuwe gezichten, de zware geur van olie, gelardeerd met groentesoep. Die soep zal ik de hele dag ruiken en begrijp later waarom.
Bij het ontbijt bombardeert expeditieleider Ben Han Lindeboom en mij tot duikleiders. Alles bijhouden: wie gaat wanneer het water in, wanneer er weer uit, wie neemt welk materiaal mee naar beneden. En weer naar boven. Sja, dat heb je als je niet duikt, zoals ik, en toch graag een keertje mee op expeditie wilt. Han, de scheepsbemanning en ik zijn de enigen die aan boord blijven en zodoende alles in de gaten moeten houden. Gelukkig heb ik in het expeditieboek alle namen bij de gezichten gezocht. De ploeg duikt op het wrak van de U31, een duikboot uit de 1e Wereldoorlog, waar veel netten aan hangen. Het is de eerste duik van de expeditie, bij sommigen zie ik de spanning. Maar de lucht is blauw en de zee, als gezegd, ligt er rustig bij. De algehele stemming is opperbest, eindelijk het water in.
In de afgesproken volgorde springen de duikers het water in. Een makkie, dat bijhouden. Han en ik keuvelen wat. Tot er een gele boei op het water verschijnt, signaal van een duiker die zuurstof nodig heeft. Gelukkig is de hulpboot, die bij het duiken altijd blijft rondcirkelen, er snel bij. We zien niet goed wat ze doen, en terwijl we kijken zien we plots het beeld vervagen. Razendsnel opkomende mist! Boot en boei verdwijnen uit het zicht. Intussen komen de duikers boven, maar de hulpboot – die hen naar de Fourcault zou moeten brengen – is nu weg. Bemanningslid Gaby komt aangerend en roept Han bij zich: ‘breng een lijn uit om de omhoog komende duikers naar de boot te geleiden’. Nu sta ik alleen en zie vervolgens dat aan beide kanten van het schip oranje boeien omhoog gekomen zijn, daar hangen duikers die van de lijn afgeraakt zijn te decomprimeren. In de gaten houden, die mogen niet in de mist verdwijnen!
Een voor een komen de duikers via het touw langszij en worden aan boord getakeld. En beseffen direct de ernst van de situatie. Ik sta niet meer alleen, getrainde ogen volgen de boeien en ik kan me concentreren op het registreren wie er binnen zijn gekomen. De scheepshoorn loeit, de hulpboot moet de weg terug gewezen worden, en gelukkig werkt dat snel, de boot doemt op uit de mist. Hij heeft expeditieleider Ben bij zich, kennelijk is hij de duiker van de gele boei. Nu de hulpboot terug is kan die zich wijden aan het binnenhalen van de duikers. Binnen korte tijd staat iedereen aan dek. Ook de weggesneden netten worden binnengehaald, de oogst bedraagt zo’n 100 kilo. Han en ik gaan even rustig zitten. Een bemanningslid komt langs met koppen groentesoep, naar blijkt de standaard versterking na elke duik.
Ons eerste duikleiderschap zit er op. Was een makkie.