Expeditie brengt prachtige natuur van Nederlands Noordzeerif in beeld
Het kabinet moet het waardevolle zeegebied Borkumse Stenen, ten noorden van Schiermonnikoog, uitroepen tot beschermd natuurgebied. Die oproep doen Stichting Duik de Noordzee Schoon, het Wereld Natuur Fonds en Stichting De Noordzee. De organisaties hebben afgelopen week een duikexpeditie uitgevoerd naar Borkumse Stenen om de bijzondere natuur in kaart te brengen. Het gebied is uitzonderlijk door het grind, grote keien en velden van schelpkokerwormen die een natuurlijk Noordzeerif vormen.
Het onderzoek op Borkumse Stenen was tevens de tiende editie van Expeditie Noordzee. Duikers – biologen en wrakduikers – hebben ook dit keer weer achtergebleven visnetten verwijderd van wrakken. Deze spooknetten zijn schadelijk voor het leven onder water, omdat vissen en krabben er in verstrikt raken en sterven. Tijdens tien Expedities Noordzee zijn in totaal ruim vijfduizend duiken op 131 wrakken gemaakt, waarbij 35.000 kilo aan spooknetten en lood van wrakken is gehaald. Ook zijn voor Nederland nieuwe soorten ontdekt, zoals de witpunt zee-egel (2015), eierdopkoraal (2014) en de stiefelslak (2011), vernoemd naar de initiatiefnemer van Stichting Duik de Noordzee Schoon, Ben Stiefelhagen.
Onaangetaste natuur
Borkumse Stenen, een zeegebied op de grens met Duitsland, kent nog relatief onaangetaste natuur en is bijzonder vanwege de natuurlijke harde ondergrond. Het grind en de stenen die dateren van de ijstijd vormen vestigings- en schuilplekken voor veel vissen en andere zeedieren. Beelden van duikers laten zien dat de stenen zijn begroeid met fraaie anemonen, sponzen, dodemansduim (zacht koraal) met daartussen verschillende soorten kreeften, krabben en vissen. Tot vroeg in de vorige eeuw bestond eenvijfde deel van de Noordzee nog uit een harde ondergrond in de vorm van uitgestrekte mossel- en oesterbanken. Door visserij en ziekte zijn die echter vrijwel verdwenen.
De organisaties van Expeditie Noordzee pleiten er daarom voor om van Borkumse Stenen een belangrijke schakel te maken in het netwerk van beschermde gebieden op de Noordzee. Duitsland heeft haar deel al aangewezen als natuurgebied. Nederland heeft dit nog niet gedaan. Het Wereld Natuur Fonds, Stichting De Noord
zee en Stichting Duik de Noordzee Schoon vragen het kabinet snel meer werk te maken van bescherming van de kwetsbare Noordzeenatuur.
Herstel Noordzee natuur
Op de Noordzee is momenteel minder dan 1 procent effectief beschermd natuurgebied met concrete maatregelen tegen onder meer visserij die de zeebodem omwoelt. Er zitten beschermingsplannen in de
pijplijn voor Doggersbank, Klaverbank, Centrale Oestergronden en Friese Front. Dat is vooruitgang voor bescherming van natuur op de Noordzee, maar er is teveel water bij de wijn gedaan. Slechts een beperkt deel van de natuurgebieden wordt in de praktijk gevrijwaard van menselijke activiteiten, zoals bodemberoerende visserij en zandwinning. Het gevolg is dat een veel te klein deel van Noordzee wordt beschermd zodat de natuur onder water kan herstellen.
Observaties van tien Expedities Noordzee laten zien dat in zeegebieden die met rust worden gelaten de bodem steviger is en er meer verscheidenheid in onderwaterleven is dan op plekken waar de zeebodem wordt omgewoeld door bijvoorbeeld visserij en zandwinning. Bovendien blijkt dat gebieden met een harde ondergrond, zoals wrakken en stenen, veel meer plant- en diersoorten voorkomen dan op de zanderige ondergrond eromheen. Bij wrakken die tijdens de expedities zijn onderzocht zijn ruim 350 soorten zeedieren geteld, zoals steenbolk, kabeljauw, en kreeften en krabben. De wrakken vormen eilandjes van leven in een verder verarmde Noordzee.