Blog van Arjan van Uem
De eerste duikdag zit erop, de flessen leeg, het haar zit vol zout en de kilo’s met netten en afval van de MSC ZOË lopen op. In de middag van 15 september, duiken we vanaf de Aquila op een wrak genaamd de ‘1086’. Dit is een onbekend vrachtschip met een lengte van ruim 100 meter dat tijdens de tweede wereldoorlog is gebruikt door de bezetters en is gezonken nadat deze op een mijn is gevaren of getorpedeerd. De omstandigheden voor de duik zijn perfect, de golfhoogte is niet meer dan een centimeter of dertig en biologisch afbreekbare zonnebrandcrème is gesmeerd.
Deze duik heeft echter wat speciaals. Een filmploeg van Editie NL van RTL 4 komt verslag leggen van deze duik om een item te maken van de expeditie. Het wordt de volgende dag rond de klok van zes uur uitgezonden op nationale televisie. Terwijl ik me gereed maak voor mijn Oscarnominatie in droogpak, komt er een snelle boot aangevaren in de richting van de Aquila. Aan boord staat een cameraman en presentator die vol concentratie onze sprongen in onze mooie Noordzee vastleggen.
Ik daal met Ben als eerste buddypaar af via de ankerlijn en we belanden op een zanderige bodem op een diepte van zo’n 25 meter. Het zicht is goed en in de verte zien we het silhouet van het wrak. De stroming is stevig maar het anker laat zich gemakkelijk verplaatsen in het zand. Naarmate we dichterbij komen, wordt duidelijk dat dit schip met een knal aan zijn einde is gekomen. Her en der zien we delen van het wrak deels intact rechtop staan met daartussen stalen balken die als een spelletje Mikado over elkaar liggen. Bij het uitzwemmen van de lijn zien we verspreid netten liggen, verstrikt in het staal van het wrak, en afval, mogelijk van de MSC ZOË. De zon heeft weinig moeite om het silhouet van het wrak zichtbaar te maken tot ver in de diepte. Het is een schitterend gezicht.
Na zo’n 50 meter zwemmen wordt duidelijk dat we beet hebben. We vinden het hart van het wrak, waar de stoommotor heeft gestaan. Grote ketels met een diameter van zes meter steken uit het zand met daar omheen grote scholen steenbolken. Het is duidelijk dat dit wrak ook bekend is bij de vissers want precies op deze plek vinden we oude netten die over elkaar lijken gestapeld. We snijden een groot stuk af en doen het in onze afvalzak om meteen mee te nemen naar boven. Met een cameraploeg van RTL4 aan boord kunnen we natuurlijk niet met lege handen aankomen. Normaliter worden deze zakken op de bodem aan het anker vastgemaakt en heft de bezemwagen de zakken naar de oppervlakte.
Met twee postzakken afval en netten in onze handen starten we onze opstijging. Het is pittiger dan normaal aan de ankerlijn aangezien de postzakken maar al te graag met de stroming mee willen in plaats van met ons mee naar boven gaan. Een beetje inspanning voor onze Oscarnominatie hoort er schijnbaar bij.
Eenmaal aan de oppervlakte hijsen Oscar van de Aquila en ik de postzakken aan boord en maakt Ben zich klaar voor een interview met de cameraploeg. Ik neem plaats aan boord en uithijgend van het gesjouw met de postzakken klim ik uit mijn duikset voor het toeziend oog van de camera. Ik merk dat ik even geen houding kan aannemen, het voelt wat onwennig. Ik weet niet hoe ik mijn debuut op de nationale televisie had ingebeeld maar in mijn droogpak, stinkend naar kril en uithijgend van het gesjouw met oude visnetten en afval is vast niet het eerste wat in mij op zou komen.
Na een interview met Ben over de Noordzee expeditie, wat spectaculaire shots van het afval wat we naar boven hebben gehaald, vertrekt de cameraploeg weer. Het is weer business as usual op de Aquila, geen Hilversum maar Haagse nuchterheid die weer overheerst aan boord. Ik kan aan het thuisfront gaan vertellen dat ik in een nauwgesloten maatpak op de nationale televisie ben te zien.