Vandaag ging er wederom een Noordzee winterduik door, vanwege het kalme weer. ’s Morgens om zeven uur verzamelden we op de Aquila. We moesten een lang stuk uitvaren, op de planning stond het wrak wat de ‘Vaderdag’ wordt genoemd. Er is weinig bekend over dit ding. De zon kwam mooi oranjerood op boven Scheveningen, terwijl we al op zee waren. Het was een plezierige tocht, geen noemenswaardige deining, nauwelijks wind. Zoals gebruikelijk bestond het uitzicht uit diverse voor anker liggende vrachtschepen en tankers. Na een goede vier uur varen kwamen de twee wrakboeien in zicht, waar tussen het wrak moet liggen. Desondanks duurde de boei er op gooien toch nog een tijdje. Al vanaf dek was goed te zien dat veel van het zicht te verwachten viel, en er stond geen stroming van betekenis. Dit weekend was dan ook dood tij. We konden gelijk omkleden. Hans nam de uitgereikte vuurpijlen mee. Ook deze keer ankerde de Aquila niet, maar sprongen we overbood zodra schipper Willem vlak langs de boei vaarde.
Het was inderdaad stroomloos, de lijn flubberde een beetje en hoefde je niet vast te houden tijdens de afdaling. Het wrak kwam in zicht; wederom een prachtig panorama vol met de zeeanjelieren ‘bloemkoolvelden’ en vele steenbolken erom heen zwermend. Het was wel even druk bij het anker van de boei. Logisch, duidelijk was dat dit wrak nog vol hing met verspeelde netten. Zowel staand want als sleepnetten. We mogen echter wegens problemen met de Arbo regelgeving geen grootschalige opruimactiviteiten meer uitvoeren. Overigens lag er gelijk naast de ankerboei een forse zeedonderpad. Even inschatten waar we heen gingen, links af maar. De steenbolken waren niet schuw, en hapten gretig in van alles zwevends en op de bodem. Dikke noordzeekrabben en felle fluwelen zwemkrabben waren zoals gebruikelijk overal te vinden. Hans raapte wat losse netflarden mee. Ik keek op het zand. Een schol gleed weg, overal stonden gruiskokerwormen, en ik vond meerdere van de kleine maar mooie glanzende tepelhorentjes. De steenbolken waren erg nieuwsgierig, helaas vonden ze mijn richtlampje niet fijn. Het wrak is enorm. Nog niet te zeggen valt wat voor schip het is, maar zo te zien ligt het op haar zijkant en is wel stevig in het zand verzonken. Zeeanjelieren sierden de rompdelen bij de duizenden. Op de verticale wrakdelen waren juist weer de zeemargrietjes te vinden in grote groepen bij elkaar. Tubularia veroverde voornamelijk de uitstekende randjes, zowel penneschacht als gorgelpijp. Ik bevrijdde een noordzeekrab uit een hangend stuk net, het dier zat gelukkig maar met één pootje vast. De vlakke rompdelen stonden vol met gele, vuistgrote ‘blobben’. Ter plekke kon ik niet uitmaken wat het was, naderhand kon ik aan de foto’s zien dat het kolonievormende zakpijpen waren, mogelijk een didemnum soort. Deze vorm had ik nog niet eerder gezien. Er waren overigens meer zakpijpkolonies op dit wrak, grijze korstzakpijp en de druipzakpijp bekend uit Zeeland. Samen met Hans bevrijdden we een wat kleinere steenbolk. De begroeiing bleek nog veelzijdiger. Ik vond kolonies mosdieren, zowel de sierlijke zeecypressen als struikjes hoorncelpoliepen in de typische kerstboomvorm. En weer vond ik ook die harde oranje kolonies puimsteenmosdieren. En als je toch zo dichtbij kijkt, zie je vanzelf de vele kleine porseleinkrabbetjes en slijkgarnaaltjes. Het wrak zakte verder een stuk zandbodem in, maar daar achter torende een hoog wrakdeel omhoog. Hier snuffelde ik even rond, en vond een prachtige gehoornde slijmvis op een mooie uitkijkpost. Mijn flitser weigerde even. Waarom nu! Gelukkig bleef de slijmvis op zijn/haar plekje zitten, zodat ik tijd had om de flitser te resetten. Vlak bij vond ik een groepje sierlijke slibanemoontjes, en merkwaardig genoeg begon zeerasp de tubulariastengeltjes te veroveren. Dat doen ze snel. Ik zakte weer af. Onder de overhangende zijde van dit hoge wrakdeel hing een grote, compacte school steenbolken. Ik heb even de kamera hier genegeerd en heb gewoon gekeken. Die synchrone zilveren vissenlijven voor een decor van met oranje anjelieren begroeide brokken gescheurd staal, boven een lichte zandbodem met decoratief ribbeltjespatroon … dat was genieten. Maar we moesten maar eens terug. Hans deed dat aan de rompzijde, ik langs de overhangende zijde. Het zicht liet dit makkelijk toe, en stroming stond er nog steeds niet. Er lag veel wraktroep op de bodem. Van tevoren was gevraagd te letten op details die zouden kunnen helpen dit ding te identificeren. Helaas heb ik niet zo veel kijk hierop. Wel hingen overal die netten en toch zag ik redelijk wat stukken visserslood. Opvallend was wel dat er gelukkig erg weinig dieren in vast zaten. De steenbolken bleven leuk om me heen krioelen. Echt groot waren ze overigens niet. En ik mistte een beetje de overige soorten witvis. De gidslijn volgend kwamen we weer terug bij de ankerboei. Ik bekeek nog wat gebruikelijke noordzeekrabben en fluwelen zwemkrabben, een dichte kluit vrij lange gruiskokerwormen, en de gretige steenbolken, zelfs nog een zeedonderpad, en toen moesten we maar weer eens omhoog. De bedoeling was om decompressie verplichting te vermijden. Omdat Hans zijn fles had aangevuld met gewone lucht, moesten we toch nog eventjes hangen, doch niet veel langer dan een gemiddelde veiligheidsstop. Het werd druk hier tussen de vijf en drie meter. Het was nog steeds stroomloos, dus je kon in het vrije water je plekje uitzoeken. Er hing wel enigszins algbloei in het water, allemaal bruine vlokjes. En terug aan de oppervlakte was het vrij eenvoudig aan boord komen. Geen golfslag, geen stroming.
Iedereen bleek een hele mooie duik te hebben gemaakt. Niet moeilijk onder deze omstandigheden. Buddy Hans bleek zelfs nog een poon te hebben gezien. En de Aquila begon weer aan haar lange tocht terug naar Scheveningen. Onderweg kregen we een lekker bord snert van Paula. De waarnemingsformulieren werden ingevuld, uit de twee kleine bakken vol netflarden en sportvis kunstaasjes werden twee noordzeekrabben los gesneden en terug gezet, en andere diertjes gevonden zoals hooiwagenkrabbetjes. We hebben later even aan dek gekeken naar de vogels. Heel opvallend, vandaag zwommen er zowel heen als terug overal groepjes alken rond. Dat soort dingen zijn ook wel leuk om te zien. Ook maakte Willem even een kleine omweg om te zien op de dieptemeter wat er lag tussen twee andere wrakboeien. Misschien een volgende keer eens gaan kijken? En terwijl de zon zachtrood aan de mistige horizon boven de gladde zee was verdwenen vaarden we weer de haven van Scheveningen binnen.
Wijnand Vlierhuis