Vrijdagavond hadden we het al gezien: over het voordek van de Alpha H. lag een groot stuk staand want, met kabeljauwen die al enige tijd dood waren en tientallen krabben die zich in de nesten hadden gewerkt.
Zaterdagochtend rollen we daarom al om zes uur de kooi uit om op de eerste kentering een schoonmaakduik te maken. Met grote postzakken en hefballonnen trekken we ons in de stevige stroming langs de lijn naar beneden. Geen ideale omstandigheden: vlak na springtij, een stevige deining, een wrak dat op ruim dertig meter diepte ligt en troebel Noordzee-water.
De Alpha H. ligt ruim honderd mijl verwijderd van Texel, het dichtstbijzijnde stukje Nederland. Bijna onbestaanbaar dat hier een visser met een klein bootje zijn netten heeft uitgezet. Wat nou als er plotseling zwaar weer uitbreekt? Dan is het in zo’n kleine notendop een helse terugtocht.
Op dertig meter diepte zitten we al snel in grote stofwolken te snijden. Zak na zak wordt gevuld. Op weg naar boven is de stroming nog eens extra aangetrokken: als vlaggetjes hangen we aan de lijn. Kijk, dit is hard werken. Dit lijkt meer op Noordzeeduiken dan de duiken die we noordelijker, in het kristalheldere blauwe water van de Doggersbank tijdens ellenlange kenteringen hebben gemaakt. Dat leek eerder een tropische vakantie.
Eenmaal boven liggen we in twee meter hoge golven te wachten tot we op de bodyboard achter de RIB terug naar de Cdt. Fourcault worden gesleept. Gelukkig zit er nog wat ademgas in de flessen, de hoofden zijn door dit natuurgeweld meer onder dan boven water. ,,Iedereen veilig boven’’, zegt duikleider Wouter, als de laatste nettensnijder aan dek is gestapt.
We zijn daarna net op tijd met het lossnijden van de verstrikte Noordzeekrabben. Als we de laatste overboord hebben gezet, komt crewlid Gaby waarschuwen: alles zeevast maken, er komt zwaar weer aan. Niet veel later zitten we in een stevige storm, met golven die oplopen tot meer dan vier meter. De Cdt. Fourcault is heel stabiel, maar in deze omstandigheden moeten we ons bijna vasthouden als we een stukje over het dek lopen. Het uitzicht is prachtig, de kolkende watermassa imposant. Maar de duik later op de dag, op de Koningin Regentes, moeten we helaas skippen. Zondagochtend nieuwe kansen, we hebben in de storm in elk geval al een heel kunnen doorstomen naar de eindbestemming. We liggen nu boven het wrak van de Tyche, dertig mijl uit de kust van IJmuiden. Bijna thuis, nog een klein stukje varen naar Scheveningen.